donderdag

GETUIGE


"Klootzak!", hoorde ik haar nog net getuigen. Uit de grond van haar hart, maar toch meer namens zichzelf dan namens Jehova, mag ik hopen. Dat was alles. Toen was de deur weer dicht en droop ik terug naar mijn nog altijd warme bad.

Vroeger werkte iedereen die werk had, van 's ochtends een uur of negen tot 's middags een uur of vijf. Was je tussen die tijdstippen thuis, dan was je ziek, zogenaamd ziek, hoogzwanger of werkloos - en eigenlijk a priori een beetje verdacht. Ledigheid was hier te lande eeuwenlang des duivels oorkussen en tot rond de millenniumwisseling kon je je bezigheden dan ook maar beter buitenshuis hebben, wilde je niet door de goegemeente met een scheef oog worden bezien. Eén van de consequenties hiervan was dat ongenode bezoekers met ideëel, commercieel of ander min of meer legitiem oogmerk het niet makkelijk hadden. Wie van deur tot deur trok, moest zogezegd genoegen nemen met smalle windows of opportunity. Behalve natuurlijk degenen die specifiek ‘de huisvrouw’ in het vizier hadden, weliswaar een langzaam uitstervende mensensoort, maar goed: dán kon men het best eens op een dinsdagmiddag of een donderdagmorgen proberen. De anderen echter waren genoodzaakt zich bij het ontplooien van hun opdringerige activiteiten te beperken tot de avonduren - en dan met name de vóóravond, dit luisterde nauw - en het weekend. Maar ook op de dag, later anderhalve dag en sinds de jaren zestig twee volle dagen waarop de meeste mensen vrij waren, kwam het voor wie zijn medeburgers Blijde Boodschappen of meerdelige naslagwerken in de maag wilde splitsen, aan op goede timing. Op zaterdag waren velen immers niet thuis uit hoofde van minder vrolijke maar minstens zo noodzakelijke boodschappen, en op zondag toog althans een substantieel deel van de doelgroep nog altijd ter kerke, een gestaag slinkend deel misschien, maar toch ... 

Juist daarom, denk ik, hadden christencolporteurs als de Getuigen van Jehova en het Leger des Heils een voorkeur voor des Heeren rustdag: 's ochtends wist je bijna zeker dat je alleen maar heidenen uit bed belde, en dan viel er tenminste volop te bekeren; en 's middags kon je je fijn richten op volk dat misschien al enigszins voorbewerkt was maar duidelijk behoefte had aan een beter baken en/of een enthousiasmerende strijdkreet. 

Helaas, die idyllische tijden zijn voorbij: ze kunnen nu op vrijwel elk moment langskomen! Maar ik werk drie avonden per week tot tien uur en ben dan ook zelden voor elven thuis, of voor half een in bed. Bijgevolg sta ik er dan ook niet altijd bij het krieken van de dag weer naast en ben ik een enkele keer pas om half tien toe aan Colgate, Gillette, Head & Shoulders. Sterker nog: soms zit ik om die tijd pas aan mijn eerste kop koffie! Gaat dan de bel en word ik in de deuropening onverhoeds geconfronteerd met prangende vragen omtrent de rol van Jezus in mijn leven, slaag ik er doorgaans toch nog wel in de altijd fris ogende dame en/of heer (men opereert nogal eens in gemengde duo’s) er vriendelijk, kalm en beslist, en in minder dan een minuut, van te overtuigen dat ik jaren terug definitief de Highway to Hell ben ingeslagen (Route 666), en dat strijdkreet noch wachttoren vermag mij zelfs maar in de buurt van het rechte pad te krijgen ...  Men - dame, heer, duo (strak gekapt, glad geschoren, van lang en roodbekoond tot kort van stuk en beschaafd exotisch) - betoont zich dan natuurlijk teleurgesteld maar mijn minzame hoffelijkheid wordt altijd met gelijke munt beloond. En dat is ze geraden, natuurlijk! Je ziet ze zelfs steeds minder denken “Wat doet die vent eigenlijk nog thuis om deze tijd?” En dan zijn er nog mensen die niet in vooruitgang geloven …

Maar als ik net in een warm bad zit, snipverkouden en met een vileine kater (het was de vorige avond later geworden dan 00.30 uur), en ik moet onder aanhoudend belgerinkel bibberend een badjas aan, glibberend de trap af en barrevoets het koude halletje in ... dan zijn tekst en toon -  gelooft u mij, amen, halleluja - echt héél anders en kom ik wellicht minder aimabel over.  

Dus een beetje begrijpen doe ik het wel, hoor. Maar toch valt het me bar tegen van ze: zo'n platvloerse scrotumreferentie was nergens voor nodig. Want die badjas had ik echt heel stevig dichtgesjord, dat weet ik zeker …

Geen opmerkingen: