zondag

Keuze





“Vreten zal je, kreng! Je kan wel zien dat je De Hongerwinter niet hebt meegemaakt … Verwend joch dat je bent … ‘Ik wil, ik wil, ik wil …’ Jouw ‘wil’ staat achter de keukendeur, weet je dat wel, vervelend ventje? Naast de bezemsteel! Later, als je groot bent, dán kun je doen en laten wat je goeddunkt, en eten wat en waar en wanneer en hoe vaak en hoe veel of weinig je zelf wil. En erbij lopen als een zwerver. Maar zo lang je onder mijn dak woont, heb je je maar fatsoenlijk te gedragen en te doen wat ik zeg!!”

“O, pleurt toch asjeblieft een end weg, zeikerds. Jullie generatie heeft echt geen greintje ruggengraat. Het klimaat totaal naar de gallemiezen geholpen, nooit ook maar iets gedaan aan de honger in de wereld, behalve nu en dan een symbolisch bedragje om je geweten te sussen; zelfs geen oorlog meegemaakt – alleen maar van grote afstand ertegen gedemonstreerd. En altijd zóóó bang om autoritair gevonden te worden: ‘Laten we er even over praten...’ ‘Wat vind je er zelf van?’ Ja, boeiuh!! En nou ook nog eens te beroerd om een paar jaar langer door te werken. Jullie laten je liever pamperen door ons en door goedkope arbeidskrachten uit het buitenland, hè?”

Kiezen tussen Toen en Nu; het is een duivels dilemma.

Niemand heeft ooit gekozen om geboren te worden, laat staan om geboren te worden in een bepaald jaar of een bepaalde periode. Zodoende hebben we ook helemaal niets te zeggen over het tijdsgewricht waarin we vervolgens opgroeien. Als er al iemand verantwoordelijk is voor die timing, zijn het je ouders - en zelfs dat is lang niet altijd het geval. Bovendien viel er voor het midden van de vorige eeuw überhaupt weinig te mikken. Nou ja, behalve eventueel door het Opperwezen natuurlijk… Dat mogen we niet geheel uitsluiten. Hoe dan ook, de boreling werd en wordt niets gevraagd! Voor hem of haar zit er weinig anders op dan zich neer te leggen bij de onvermijdelijke worp en er ook daarna maar het beste van te maken ...

En zo gaat het verder: rustig met de klap meerollen, go with the flow, zelf liever geen golfjes maken, mooi zitten en pootjes geven … Dat blijft voor de meeste aardbewoners het programma, niet alleen tijdens de geboorte en die gênante luierjaren die daar meteen op volgen, maar decennium in, decennium uit. Tot aan het tamelijk voorspelbare eind. Ook al geloven de meesten van ons gedurende een paar jaar voor en na hun twintigste dat zij het roer in handen kunnen nemen en het dan eens stevig zullen omgooien …

Zo bezien werden wij van de generatie die tegen heug en meug opgroeide met die eeuwige hongerwinter aan tafel, beter voorbereid op onze toekomst dan de eerste lichting digital natives, die nu schoorvoetend het ouderlijk huis verlaat en het strijdtoneel van het echte leven betreedt. Het kotsen stond ons eerlijk gezegd meestal nader dan het lachen te midden van al dat burgermansfatsoen met een grote B en een vette F, en die keukendeur en die bezemsteel …. Nee, leuk was anders. Maar het gaf ons in elk geval een serieuze hint over wat ons te wachten stond. De kids van nu zullen er waarschijnlijk later en pijnlijker achter komen dat over lang niet alles te onderhandelen valt, en dat je uiteindelijke vaker niet je zin krijgt dan wel.

Maar gelukkig is er de vooruitgang! Ik gebruik het woord principieel uitsluitend in technisch-wetenschappelijke zin. Het leven is en blijft een tranendal. De mens is tot veel goeds in staat maar toch vooral geneigd tot alle kwaad. Incidenteel doet de mens zelfs goed. Maar dat blijven toch de krenten in een verder tamelijk onsmakelijke pap. Dat zal volgens mij nooit veranderen. Wat verandert, zijn de omstandigheden waarin wij die bitterzoete blubber opslurpen, oftewel het decor waartegen wij onze respectievelijke tragikomedietjes telkens weer opvoeren. Nou, en dan heb ik liever een tranendal met internet, elektrische tandenborstel, pizzakoerier, vloerverwarming, iPod en 60” plasmascherm dan zonder …

Maar ook wij hadden wel het een en ander om ons af te leiden en op te vrolijken hoor! Onze kinderhand was gauw gevuld. Wij vonden de sprong van mono naar stereo al een sterke truc. En van transistorradio naar walkman; van spruitjes naar hamburger en afhaalchinees; van Gazelle en Batavus naar Kreidler en Puch; van één net naar twee, en kort daarop zelfs van
zwart-wit naar kleur …

Er is al met al weinig nieuws onder de zon. Behalve dan dat ik veel meer begrip heb gekregen voor de verwarring en de paniek van mijn ouders destijds, en dat ik ze hun vertwijfeling en bij tijden haast zichtbare walging niet meer zo aanreken.


Geen opmerkingen: