Haar
Haar is belangrijk in de politiek. In deze spannende tijden van hernieuwde polarisatie wordt het drukke Haagse midden bevolkt door een keur aan ideale schoonzonen met bijpassend kapsel (plus een enkele al even keurige schoondochter, ook alleszins acceptabel gecoiffeerd). Drie van die nette jongens voeren inmiddels het nieuwe kabinet aan. Maar hoe talrijk de schoonzonen en -dochters zelf ook zijn, hun electoraat is krimpende, of gewoon klein. En vanaf de radicale flanken rukken verbeten mannen op met sterk afwijkende hoofden … De een heeft er veel haar op, in een detonerende kleur; de ander koos ooit voor het recept ‘weinig, dus dan ook maar kort’. Een haarscherp schedelspectrum, zou je zeggen: van kaal & kort op links, via doorsnee-met-scheiding in het midden, tot halflang & geel op rechts.
Jammer alleen dat kaal het handelsmerk was van wijlen de Grote Gangmaker van Rechts, en dat weelderige lokken sinds jaar en dag juist staan voor artistiek en/of sociaal bewogen en bevlogen - eerder voor links en linkserig dus. Zo wordt de politiek natuurlijk nooit helder voor de gewone man en vrouw in de straat!
Één ding is zeker: de joviale jaren van ‘als je haar maar goed zit’ (ook bekend als ‘moet kunnen’) zijn definitief voorbij. Je kunt je echter afvragen waar het met ons land naartoe gaat als de opmars van de ontevreden flanken doorzet en de ideale-schoonzoon- en schoondochterbrigade steeds meer terrein moet prijsgeven. Je durft je zo’n toekomst nauwelijks voor te stellen. Nee, voor de Nederlandse burger in het algemeen en de kappersbranche in het bijzonder is het te hopen dat deze heilloze polarisatie bijtijds een halt wordt toegeroepen! (De rabiate wijze waarop men elkaar dezer dagen in het parlement in de haren vliegt, voorspelt bitter weinig goeds. Vroeger hadden ze daar een spreekstalmeester met een even vertrouwenwekkende als gemoedelijke achternaam, die een en ander meestal in goede banen wist te leiden, maar ook wat dat betreft moeten we nu het ergste vrezen …)
Maar misschien valt het allemaal ook wel mee. Polarisatie en politici met Raar Haar zijn immers van alle tijden. Een haast onafzienbare historische haag van Binnenhofs hoofdgewas trekt aan ons geestesoog voorbij. Met name Dries van Agt had het nodige uit te leggen (nooit echt gelukt). Met véél haar schopt men het in elk geval verder, zowel nationaal als internationaal. Hoe flinker de bos hoe beter, zo lijkt het. Men denke aan Duisenberg, Kok en natuurlijk Lubbers, die sowieso lijkt te beschikken over een buitengewone hoeveelheid testosteron (C19H28O2 ), getuige onder meer de begroeiing op konen en kin, net boven de ogen (Breznjev-style) en waarschijnlijk ook elders op ’s mans lichaam. Eminent grijs doet het ook altijd goed (zie alle reeds genoemden, maar bijvoorbeeld ook een Bolkestein en de oudere Wiegel). Wat dat grijs betreft gaat de huidige centrum-linkse voorman beslist de goede kant op. Ook was het bemoedigend om op tv te zien dat hij, in een campagne die qua daadkracht naar men zegt te wensen overliet, en waarin hij regelmatig met de handen in het haar zat, toch maar mooi meteen haarfijn signaleerde dat er gel nodig was toen er gel nodig was. Het voorafgaande neemt overigens niet weg dat met name binnen de sociaal-democratie ook het zuinige model ‘Hoog Voorhoofd’ vanouds zeer hoge ogen gooit (Drees, Den Uyl, Pronk, Melkert). Niet dat het hier een stijlkeuze betreft; het overkomt de gemiddelde middelbare man gewoon. Of niet natuurlijk. Gelukkig maar, want je krijgt als lijsttrekker, en ook als vice-premier, al genoeg keuzes voor je kiezen, zou ik zo zeggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten