maandag

Braailoof



God-ver-domme.
Dat is nou al de derde vandaag !
Krijgen ze korting op zaterdag of zo ?

U kent het verschijnsel.
Ter hoogte van de horizon meent u iets te horen. Aanvankelijk komt het nog nauwelijks uit boven uw radio, de vogels, de fluitende buurman, de rustige ruis van het weekendverkeer. Maar het komt naderbij.
Demonstratie ? Optocht ? Muziek …?
Ja, een sóórt muziek.
Maar het is beslist geen harmonieorkest in een grote regenton. Eerder een soort Oosterse muziek …
Oosterse muziek gemengd met een donker mechanisch gebrom, handgeklap en stemmen.
Spitsuur in de kasba.

Tergend langzaam maar ook zenuwslopend zeker neemt dit akoestisch allegaartje uw stukje van de wereld over. Tot dat stukje wereld er volledig door gevuld wordt: uw wijk, uw straat, uw tuin, uw huis en - wat het ergste is - uw hoofd.
U kijkt naar buiten: tientallen versierde, stapvoets rijdende auto’s, gezang, geschreeuw en vooral … getoeter. Soms ritmisch (ta-ta-tatata) en soms alsof de bestuurder tegen zijn stuur in katzwijm is gevallen(taaaaaaaaaaaaaaa).

Als het al ergens op lijkt, is het op de geluidsorgie die onvermijdelijk uitbreekt na een gewonnen wedstrijd
van ‘Oranje’. Daar ben ik ook niet dol op en daar is ook geen ontsnappen aan. (Ik bedoel: van mij mogen ze winnen, verliezen, gelijk spelen of de hele wedstrijd afblazen, ik zal er niet wakker van liggen. Maar van die onheilspellende proletenherrie dus wel).
Alleen duurt dat veel langer. Dít sterft na enige tijd weer weg, ook al gaat het me véél te langzaam …

Wat hier voorbij trekt is geen nationaal elftal, maar als we alle bruiden en bruidegommen van vandaag bij elkaar optellen, komen we toch al over de helft. En een nationale aangelegenheid is het ook. Ik heb het een tijdje terug namelijk eens gevraagd. Ik was nieuwsgierig geworden en liep toevallig op straat, dus ik
vroeg het gewoon aan een van de uitgelaten feestgangers, die vrolijk met de gemotoriseerde karavaan mee huppelde, wat makkelijk kon want er zat inderdaad weinig vaart in.

“Izze fees, izze brauwluf …” brulde hij opgewekt boven het kabaal uit.
?????
“Izze tradiesie. Izze Kürdisch. Kürdisch breilof.”
Breilof ?
(Ietwat bittere, van oorsprong Belgische bladgroente, op de wijze van wol te verwerken ?? Insteken, omslaan, doorhalen, af laten gaan. Lijkt me lastig. Met kouseband zie ik het nog wel voor me, maar met lof …?)
“Ja, braailoof, Kürdisch braailoof …”
Braailoof ?
(Nieuwe groene brandstof voor klimaatneutrale Zuid-Afrikaanse barbecues ??)

Er werd een feestgenoot bijgehaald die kennelijk ruimer in zijn woordenschat zat:
“Weetjewel: braailoof, ies fees, haairaten.”
“Huuveluk, sein getrauwt …”

Aha, ‘n trouwpartijtje!
“Bedankt, veel plezier.”

´s Lands wijs, ´s lands eer.

Geloof me: ik sta bekend als ruimdenkend, verdraagzaam en zachtmoedig. Wijd en zijd. Het is dat we in Nederland niet zo geloven in middle names, anders had ik er zo maar drie om uit te kiezen. Ik ben dan ook de laatste om oriëntaalse jonggeliefden hun plezier te ontzeggen op de mooiste dag van hun leven. En hun talrijke familie en vrienden evenmin. En als dat allemaal per se op z’n Koerds moet en voor een belangrijk deel in de open lucht, vooruit dan maar weer ... Maar moet er nou elke keer zo’n pestherrie bij geproduceerd worden ?

En dit zijn nog maar particuliere feestjes!
Je wilt toch niet weten welk volume er gegenereerd wordt als senator Britta Böhler er ooit toch nog in slaagt Abdullah Öcalan de vrijheid te geven waarop hij volgens haar recht heeft (door een flinke vijl te verstoppen in de zelf gebakken baklava) …
Ik denk dat ik dan een lang weekend Reykjavik boek.

Heus, dit straatpandemonium is ergerlijk genoeg om zelfs het zachtste multiculti-ei van zijn geloof te doen vallen. Oud en Nieuw steekt er stilletjes bij af. (Mei ’45 komt waarschijnlijk meer in de buurt.) Het geeft me een nauwelijks bedwingbare aandrang om met een ploeg opgeschoten Hollandse jongeren onverhoeds
Luilak te gaan vieren in de binnenstad van Diyarbakir of Arbil. (Izze ook tradiesie.)

Heel flauw en geen eerlijke vergelijking, u zegt het.
Zij wonen hier immers (althans de meesten, er zijn vast ook ooms en tantes ingevlogen voor de gelegenheid) en ík heb met die gezonde Hollandse jongens van me helemaal niks te zoeken in Diyarbakir.
U zegt het weer. Maar toch …

Waarom maakt het me eigenlijk zo boos ?
Zegt u het dan maar weer - u bent zo lekker bezig.
De demografische rollercoaster van de afgelopen halve eeuw en de bijbehorende multikul hebben in Nederland toch waarachtig wel geleid tot ernstiger uitwassen dan een beetje ta-ta-tatata op zaterdagmiddag?
Allemaal waar, maar toch …

Misschien ben ik gewoon overgevoelig als het op geluidspollutie aankomt. Het is waar dat de kerkklokken op zondagochtend mijn humeur ook altijd negatief beïnvloeden. Om nog maar te zwijgen van de maandelijkse maandagse rampensirenetest ....

Het zijn moeilijke tijden voor gevoelige oren.
Ook de volgende situatie herkent u wellicht.

U staat voor een rood stoplicht. Ergens achter u, nog heel In de verte, kondigt zich onweer aan, althans dat is uw eerste gedachte.
In geen van uw spiegels is nog iets te zien.
Maar het lawaai nadert te snel om meteorologisch verklaarbaar te zijn. Dan weven zich door de kakofonie motorgeraas en piepende remmen en plotseling staat het onweer naast u, barsten trillend in de schaal van Richter: een splinternieuwe, glimmende BMW uit de onbetaalbaar-serie met daarin drie, vier (soms wel vijf, zes) achterstevoren petjes, die u collectief aanstaren. (Zo blijkt, want het is onmogelijk om niet op zijn minst heel even opzij te gluren.) In hun ogen hebben ze stuk voor stuk dezelfde blik: zeven delen afwezigheid, drie delen provocatie. Meestal staren ze tien-op-tien, dat kan je zien, maar ze zijn een dagje uit en u
bent hun beetje afleiding.

Het zou u koud moeten laten maar dat doet het niet. Dit is geen fijn moment. Dit voelt verkeerd.
U moet echter maar zo denken: u kunt ze onmogelijk teleurstellen. Hun dag is al goed. Immers: zou u reageren (d.m.v. gebaren, verbale reactie zou volkomen zinloos zijn want tegen deze
400 pk/130 dB boombox op wielen legt elke sterfelijke stem het af), dan is dat het begin van een lekkere rel, waar zij wel pap van lusten en waarin u naar alle waarschijnlijkheid aan het kortste eind zou trekken.

En dan al die verkeershinder …

Maar nu u wijselijk besloten hebt niet te reageren en daarom uit arren moede nog maar eens controleert of dat stoplicht echt wel helemaal goed afgesteld staat (de juiste schakering rood en zo), zijn ze ook blij, want: intimidatie geslaagd !
“Yo man, tata, chillen man. Wij gaan jou niet poffen hoor. Ha, ha. Fatoe ! Wij gaan alleen beetje boeken en pokoe doen: boem-boem-boem …”

’s Lands wijs, ’s lands eer.

Integratie met behoud van eigen cultuur is als moederschap met behoud van maagdelijkheid. Als blijkt dat ik de vergelijking niet zelf bedacht heb, dan betreft het hier een geval van onopzettelijk plagiaat. Ik bied Jan Kuitenbrouwer of wie het ook was op voorhand mijn oprechte verontschuldigingen aan en zie het factuurtje te zijner tijd wel verschijnen.

Moederschap met behoud van maagdelijkheid. Ver weg en lang geleden schijnt het iemand gelukt te zijn, maar zelfs dat was, zoals later bleek, een verhaal dat triest zou aflopen. Terwijl het zo vlekkeloos begon.(Ik ‘genoot’ ooit R.K.L.O. op een school die vernoemd was naar Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen.) De bevruchting was weliswaar bijzonder maar ging niettemin van een leien dakje.
En ook tijdens de zwangerschap en bij de geboorte was alles moederkoek en eierstok. We vieren het tweeduizend jaar later nog elk jaar.
Christenen geloven erin, maar ja, die geloven zo veel …

Toch is ‘integratie met behoud van eigen cultuur’ wat we nieuwe Nederlanders tientallen jaren op de mouw hebben gespeld dus moeten we ook weer niet al te raar opkijken als die soms niet precies weten waar ze aan toe zijn.
Immigratie met behoud van de onveranderde oorspronkelijke cultuur van het ‘ontvangende land’ is tussen haakjes natuurlijk net zo min mogelijk of wenselijk. (Wat zou je je, zeker anno 2007, überhaupt moeten voorstellen bij een niet veranderende cultuur?)

En toch: ’s lands wijs, ’s lands eer.

Dat decibels elders in de wereld een totaal andere gevoelswaarde hebben dan in West-Europa, werd me een paar jaar geleden duidelijk in Roseau, hoofdstad van de Caraïbische eilandrepubliek Dominica - niet te verwarren met de Dominicaanse Republiek (een aanmerkelijk grotere buurman een paar eilanden verderop). Dominica is een voormalige Britse kolonie die, zoals zoveel eilanden in deze regio, wel enige gelijkenis vertoont met Jamaica (tenminste, dat denk ik; Jamaica heb ik nooit bezocht).
Het was warm en laat en ik was weer eens aan nachtrust toe. Welverdiend, dat spreekt. Ik vlijde het moede hoofd in de geijkte positie, om het na luttele seconden weer boven het kussen te verheffen.
Want wat hoorde ik ?

Nu ga ik niet voor de derde keer beschrijven hoe een beetje geluid langzaam aanzwelt tot cataclystische proporties. You get the picture.
Maar wat wás het in Jahsnaam….?
Welnu, dat hoefde helaas niet lang een vraag te blijven.
Geen staatsgreep, aardbeving of vulkaanuitbarsting. (In deze streken toch altijd weer mooi meegenomen.)
Nee, het bleek een soort non-stop Reggae from Hell met de volumeknop op 1000.
Ik stak mijn hoofd uit het raam en tussen aromatisch geurende rookslierten door zag ik een pick-up truck langs het hotel rijden waarop vier bovenmaatse scheepstoeters waren gemonteerd.
Bob-Marley-keert-terug-ter-ere-van-het-einde-van-de wereld.

Als een genadeloze banshee raasde deze gemotoriseerde monstruositeit door de stad.
Nou ja, raasde … Het was meer sukkelen. Het kreng bewoog zich door de stad in concentrische, nu eens krimpende dan weer uitdijende cirkels rond het centrale kruispunt, waaraan - u had het al geraden - mijn hotel gelegen was. Met als gevolg dat ik telkens zeker twintig minuten lang (met de nadruk op lang) de volle impact te verduren kreeg van de tonale terreur die het vehikel voortbracht. Vervolgens hoorde ik het stuk audio-fascisme zich gedurende een half uur of meer weer heel langzaam verwijderen (met de nadruk op langzaam), tot ik bijna niets meer hoorde (met de nadruk op bijna), alleen nog de voor de reggae zo karakteristieke basklanken.

En inderdaad, daarna begon het allemaal opnieuw. De-héle-nácht -dóór, letterlijk tot het ochtendgloren. Met een repertoire van maximaal drie nummers, die nog sterk op elkaar leken ook. Als ik niet per ongeluk toch een keer ben weggedoezeld, is hij welgeteld acht keer langsgekomen.
De waanzin !!
Roseau heeft circa 16.000 inwoners. Daar moeten zich duizenden kinderen, ouden van dagen, zieken en werkende mensen onder bevinden. Hoe doen die dat dan ?

Bij het ontbijt heb ik nog getracht te achterhalen wat er nu precies gevierd werd, maar dat bleek een misverstand: “Just another Friday night in Roseau, man.”

’s Lands wijs, ’s lands eer ...

Intercultureel ongemak. Niet meer en niet minder.
Zowel op reis in het buitenland als thuis in …
Oeps !
Zowel in het buitenland als in Nederland.

Het hoort bij het leven.
Jammer alleen dat er soms zoveel lawaai bij komt kijken.
Maar alles went, moet u maar denken.

Geen opmerkingen: