zondag

Catalonië 2017

Iemand vroeg me wat ik van ‘de kwestie Catalonië’ vond. Ik mompelde iets over hoofd en hart maar stond op dat moment toch mooi met mijn mond vol tanden. Maar nu bedacht ik me net dat het wel een dankbaar onderwerp is om ze (na zo’n lange radiostilte, of beter gezegd: na zo’n langdurig blogspotzwijgen) weer eens in te zetten. Die tanden van mij, bedoel ik.

Wat is er aan de hand? In één van Spanjes zeventien ‘autonome gemeenschappen’, Catalunya, wonen naar het zich laat aanzien veel mensen die liever zouden hebben dat hun gebied niet langer tot Spanje behoort. Twee vragen werpen zich op, waarvan de ene volgens mij veel belangrijker is dan de andere, en ook makkelijker te beantwoorden trouwens:

1.     Waarom willen die mensen dat?

en
          
          2.   Hoeveel mensen willen het eigenlijk precies?

Ik ben werkzaam in het onderwijs en word derhalve dagelijks geconfronteerd met ‘waarom-vragen’. Toen ik onlangs met mijn huisarts besprak hoe het komt dat ik af en toe last heb van schele hoofdpijn, kwamen wij gezamenlijk tot de conclusie dat ik best vaak in wanhoop naar het plafond kijk terwijl ik mijn handen smekend omhoog beweeg ...  Maar goed, dat is een ander paar manchetten.

Gelukkig zijn ‘hoeveel-vragen’ meestal makkelijker te beantwoorden. Dat begrepen meneer Puigdemont en de zijnen ook. (Carles Puigdemont i Casamajó, 54 jaar oud en uiterlijk een fascinerende kruising tussen de jonge Jan-Peter Balkenende en Roy Orbison toen die juist niet meer zo piep was, is sinds 2016  president van de Generalitat, de regionale regering van Catalunya.) Vandaar dat zij op zondag 1 oktober een volksstemming hielden om uit te vinden hoe dat precies zit.

Maar dat is niet het héle verhaal” hoor ik een enkeling nu mopperen (of eigenlijk: ¡Pero no es la historia completa!) Dat klopt. Maar ja, hele verhalen duren zo lang - en verhelderen ook niet altijd veel. “Tussen 1939 en 1945 vochten de Geallieerden tegen Hitler-Duitsland en bondgenoten en dat maakte ten slotte een einde aan een heleboel onrecht, onderdrukking en misère” staat er grosso modo in onze geschiedenisboekjes. In de verste verte niet het héle verhaal, maar wel … het verhaal.         

Nu we toch zo lekker diepzinnig bezig zijn meteen maar door naar de hamvraag: “democratie, wat betekent dat eigenlijk?” En als we eenmaal hebben vastgesteld wat we onder het begrip verstaan, zijn we er dan vóór of tegen? (Of - D66 - nu eens vóór en dan weer tegen …?) Eén ding is nu al zeker: democratie is een stuk lastiger te organiseren dan te definiëren.

Democratie is volkssoevereiniteit. Niet de goden hebben het laatste woord in publieke kwesties, of god (‘God’, voor wie daarop staat), paus, koning of keizer maar … ‘het volk’. Akkoord, ‘god’ is een lastige, maar paus, koning, keizer, dat viel en valt ontologisch en epistemologisch (jahaaa….) nog wel te behappen. Maar dat ‘volk’ …? En eh … die ‘publieke kwesties’ …?        

In een aantal Griekse stadsstaten riepen ze alle mannen van een zekere leeftijd naar de ἀγορά en ἁτσεκιδεε: stemmen maar (pech voor de jonkies, vrouwen, slaven en wat er verder nog in de toenmalige basket of deplorables zat!) Maar let op! In het vanouds zo lyrisch bezongen Athene ging het wel om Atheense mannen - niet om Spartanen, Thebanen of Thessaliërs.  En als er zich op die ἀγορά plotseling Macedoniërs, Thraciërs of, godbetert, Perzen hadden gemeld, dan was er van alles gebeurd, maar met stemmen zou dat niet veel te maken hebben gehad. Wél met bloedvergieten.

Op dat bloed kom ik straks nog even terug.

Sinds de jaren zestig broeit er in ons aller achterhoofd die prachtige droom dat iedereen gelijkwaardig is en (dus?) ook eigenlijk alles zou moeten kunnen doen wat hij/zij/het wil, wanneer hij/zij/het dat wil (We want the world and we want it NOW!) en ook … waar hij/zij/het dat wil. Hoezo natiestaten? Hoezo grenzen? Weg ermee!!

Maar goed, ook van de prettigste high kom je altijd weer down. Gelukkig maar, nietwaar? Doof die joint, neem een douche, eet wat en je begrijpt: als je zoiets als democratie wilt realiseren, en bovendien misschien zelfs een effectief vangnet voor de minder fortuinlijken in ons post-christelijke, post-moderne en post-hippie ondermaanse, dan zal je je moeten beperken. Er zijn op het moment van schrijven zeven miljard, 727 miljoen, 579 duizend en 175, nee 176 mensen op onze planeet. Geef al die lui de mogelijkheid alles te doen wat ze willen, en wanneer en waar … wat denk je dat dat gaat opleveren? Ik zal niet in details treden, maar een autistische minderjarige kan raden dat ‘14-‘18 en ‘39-‘45 achteraf zullen worden gezien als tamelijk tamme generale repetities voor … Tja, hoe het gaat heten, weten we natuurlijk nog niet.  

Ik dwaal af. Terug naar Catalonië in 2017.

Zeg nu even voor het gemak dat de meerderheid van de inwoners van Catalonië (ik zeg met opzet niet ‘Catalanen’, en met nog meer opzet al helemaal niet ‘Catalaanstaligen’) onafhankelijkheid prefereert boven de huidige situatie … dan valt daar voor iemand die ook maar iets rationeels wil verstaan onder het begrip democratie, toch niet veel tegenin te brengen? (Overtuigde aanhangers van A. Pechtold daargelaten maar hoeveel zijn dat er nou helemaal?)

Ja maar Schotland, ja maar Vlaanderen, ja maar Beieren, ja maar Friesland, ja maar Twente …. Met andere woorden: waar stopt het dan? Bij ‘de Volksrepubliek Alphen aan den Rijn’?

Ik zeg dan op mijn beurt: Tsjechoslowakije, Sovjet-Unie, Joegoslavië - in oplopend bloedvergietvolume (dat dan weer wel).  

Dat laatste is wat mij betreft het belangrijkste: dat er geen bloed vloeit. Makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk. Maar Tsjechië en Slowakije bewijzen dat het kán, vreedzaam uit elkaar. (Ja, nee, absoluut: België bewijst dat je ook heel lang betrekkelijk vreedzaam bij elkaar kan blijven terwijl je elkaar niet blieft. Het is kennelijk net zo lang als het breed is.)  

Maar kan Madrid niet zelf een constitutioneel legitiem referendum organiseren en de inwoners van de regio laten beslissen? Als een meerderheid van hen expliciet ‘ja’ zegt tegen afscheiding (dan bedoel ik dus: een absolute meerderheid ten opzichte van ‘nee-stemmers’ plus thuisblijvers!), dan betekent dat inderdaad een onafhankelijk Catalonië en het einde van de Spaanse eenheidsstaat in zijn huidige vorm. Wordt die absolute meerderheid echter niet gehaald, dan heeft de Spaanse staat weer democratisch draagvlak voor op zijn minst een paar generaties. Tenminste: als het verschil tussen de twee kampen robuust genoeg is; bij een Brexit-achtige uitslag heb je kans dat het al na een paar jaar weer begint te rommelen.

Toch lijkt dat de enige redelijke en vreedzame uitweg uit de huidige impasse - en toch zal het helaas wel niet zo gaan.


Gerelateerde afbeelding





  


Geen opmerkingen: