dinsdag

Ontkenner?

Het werkwoord ‘ontkennen’ betekent: verklaren dat iets niet waar is. 

Als iemand zegt: “Donald Trump is de aantrekkelijkste en intelligentste persoon ter wereld” en ik zeg dat die uitspraak volgens mij niet juist is, dan ben ik een ontkenner. Als iemand zegt: “Nederland heeft een subtropisch klimaat” en ik zeg dat die stelling niet klopt, dan ben ik een ontkenner. Maar … geen klimaatontkenner!

Een maanlandingsontkenner is iemand die niet gelooft dat er Amerikaanse astronauten op de maan hebben gewandeld; een holocaustontkenner iemand die niet gelooft dat tussen 1941 en 1945 twee derde van alle Europese Joden op systematische wijze werd uitgemoord; een evolutieontkenner iemand die niet gelooft dat de moderne mens afstamt van o.a. eencellige micro-organismen, sponzen en vissen via een bijna onvoorstelbaar traag proces van natuurlijke selectie dat meer dan drie miljard jaar geleden begon.
  
Persoonlijk ben ik onder meer een onbevlekte-ontvangenisontkenner (het gaat er bij mij niet in dat Maria zwanger kon zijn van Jezus zonder tussenkomst van een man) en een wederopstandingsontkenner (ik geloof ook niet dat diezelfde Jezus anderhalve dag na zijn dood aan het kruis weer levend werd).

Tot zover het werkwoord ‘ontkennen’.

De definitie van het begrip klimaat is: de gemiddelde toestand van de atmosfeer in een bepaald gebied gedurende een bepaalde periode. Als klimaatontkenners bestonden, waren ze krankzinnig. Maar ik heb goed nieuws: ze bestaan niet! Er is namelijk niemand die zegt: ik geloof niet dat je kan spreken van een gemiddelde toestand van de atmosfeer in een bepaald gebied gedurende een bepaalde periode. Nou ja, misschien zijn er wel een paar, maar die zitten waarschijnlijk in dezelfde inrichting als zwaartekrachtontkenners en stakkers die denken dat ze Napoleon en/of Elvis zijn.   

Klimaatveranderingsontkenners bestaan wel. Van hen kun je zeggen dat ze tamelijk onwetend zijn. Alleen al het simpele feit dat er zowel in Antarctica als in Alaska, Groenland en Siberië fossielen zijn gevonden van tropische plant- en diersoorten, bewijst dat het klimaat in die streken ooit aanmerkelijk milder moet zijn geweest dan tegenwoordig.

Maar daar gaat de zogenaamde klimaatdiscussie, die ons aardbewoners sinds de jaren negentig bezig houdt, ook helemaal niet over. Waarover gaat die dan wel?

Welnu, valide vragen die in het kader van deze discussie zijn gesteld, en nog steeds worden gesteld, zijn bijvoorbeeld:
  •             Is het klimaat de afgelopen 200 jaar méér of sneller veranderd dan ‘normaal’? (Zeg maar de afgelopen 4.500.000.000 jaar.)
  •          Zo ja, komt dat dan uitsluitend of overwegend of gedeeltelijk door het ingrijpen van de mens in de natuur? (Industriële Revolutie, allerlei vormen van milieuverontreiniging, uitstoot van schadelijke stoffen, waaronder broeikasgassen, in het bijzonder overmatige uitstoot van het op zich zeer natuurlijke koolstofdioxide …)
  •     Zijn er wellicht andere (natuurlijke) factoren die bijdragen aan klimaatverandering? (Zonnevlammen, kosmische straling, vulkanische activiteit …)
  •    Zijn de klimaatmodellen van de Verenigde Naties (IPCC: Intergovernmental Panel on Climate Change), die tot 2100 een opwarming van de aarde met mogelijk meer dan 4,5 oC voorspellen, betrouwbaar? (De afgelopen eeuw bedroeg de stijging van de gemiddelde temperatuur circa 0,85 oC.)
  •       Zo ja, heeft die opwarming dan inderdaad de catastrofale gevolgen die het IPCC voorspelt? (Enorme overstromingen, extreme droogte, hitte en neerslag)
  •        Zo ja - en nu wordt het spannender - zou integrale uitvoering van de in het klimaatakkoord van Parijs (2015) vastgelegde drastische maatregelen, waaronder het op termijn (ca. 2060) geheel stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen, bovenbedoelde rampen vermijden?  
  •       En opnieuw zo ja, is het waarschijnlijk dat die maatregelen daadwerkelijk integraal zullen worden uitgevoerd? Een transitie naar zonne-, wind- en waterenergie is voor reeds lang geïndustrialiseerde landen namelijk al een behoorlijk zware opgave, voor relatieve nieuwkomers als China en India is het naar alle waarschijnlijkheid te veel gevraagd: “sorry hoor, maar net nu jullie ook allemaal een auto en centrale verwarming of airco en twee vakanties per jaar kunnen hebben, vinden wij dat dat niet meer mag!”
  •         Is het denkbaar dat de beoogde ‘energietransitie’ alléén mogelijk is als we met zijn allen teruggaan naar een soort pre-industriële samenleving? En zo ja, hoeveel aardbewoners vinden dat wenselijk?
  •         Zou veelvuldiger gebruik van kernenergie wellicht een oplossing kunnen zijn voor het probleem? Of brengt dat zo veel nieuwe milieuproblemen en -risico’s met zich mee dat we van de spreekwoordelijke regen in de drup belanden?
  •          Met andere woorden: welke prijs zijn we eigenlijk bereid te betalen om de opwarming van de aarde en de stijging van de zeespiegel enigszins te beperken? (Enigszins, want zelfs bij integrale uitvoering van alle Parijse maatregelen praten we over een verschil van hooguit 2 oC).
In het kader van de laatste vraag is het nuttig kennis te nemen van de opvattingen van Bjørn Lomborg en diens Copenhagen Consensus Center. Lomborg is beslist geen klimaatveranderingsontkenner maar vraagt zich wel al een jaar of vijftien hardop af of de verwoede (en zeer kostbare) wereldwijde strijd tegen die extra 2,5 oC veel zoden aan de dijk gaat zetten. Bovendien durfde hij te zeggen: Global warming is by no means our main environmental threat (…) In a world where a billion people go to bed hungry, and where six million die each year from air and water pollution, most of those in the developing world likely have a very different set of priorities for their future” (than the United Nations/IPCC).

Volgens Lomborg kunnen we beter meer geld, energie en creativiteit investeren in bestrijding van de directe gevolgen van de zeespiegelstijging (meer en hogere dijken bijvoorbeeld) en vooral ook in onderzoek naar effectievere energieoplossingen dan zon, wind en waterkracht. (Zo horen we al geruime tijd veel goeds over de mogelijkheden van kernfusie, het tegenovergestelde van kernsplijting/-splitsing.) Zijn inzichten en suggesties zijn Lomborg overigens bepaald niet in dank afgenomen door de meeste klimaatwetenschappers en het IPCC in het bijzonder. Na het verschijnen van zijn boek The Skeptical Environmentalist heeft men zelfs (tevergeefs) getracht te bewijzen dat hij zich schuldig maakte aan wetenschappelijke fraude!

In kringen rond het IPCC schermt men vaak met het feit/de bewering (doorhalen wat u niet van toepassing acht) dat er onder wetenschappers een bijna-consensus bestaat (97%) m.b.t. de recente opwarming van de aarde en de oorzaken daarvan. Nu is consensus in de wetenschap, als het goed is, niet van doorslaggevend belang. Als dat zo was, zouden we Copernicus en Galileo Galilei nu niet als helden beschouwen. (Zouden we ook nog steeds denken dat de zon om de aarde draait? Daar bestond immers ooit 100% consensus over …) Maar los daarvan: ik heb me altijd afgevraagd waarom men zich toch zo rabiaat opwindt over iemand als Lomborg. Hij onderschrijft immers de conclusies van die ‘overdonderende meerderheid’ van wetenschappers; hij is het alleen niet helemaal eens met het tamelijk radicale, kostbare en haastige beleid dat op basis van die conclusies wordt gepropageerd. (Niemand kan er natuurlijk bezwaar tegen hebben dat de mensheid geleidelijk aan minder afhankelijk wordt van fossiele brandstoffen – daar zijn behalve milieuoverwegingen ook gewichtige geopolitieke redenen voor te bedenken!)

Intussen is het debat hopeloos gepolariseerd: als je in de diverse lijstjes niet alle vakjes op de juiste manier aankruist, of zelfs als je hier en daar een vakje openlaat of aarzelt, of er een voorzichtig vraagtekentje bij zet … dan ben je volgens het ene kamp een sinistere ‘klimaatontkenner’ (of in het beste geval een domme ‘klimaatscepticus’) en in het andere kamp een hysterische ‘klimaat(veranderings)alarmist’. Zouden we niet beter eerst eens proberen ons hoofd koel te houden?  

Ik ben geen klimaatontkenner, en ook geen klimaatveranderingsontkenner. Maar het predicaat ‘scepticus’ heb ik altijd als een eretitel beschouwd. Ik denk dat het voor de gemiddelde leek ondoenlijk is alle bovengenoemde vragen adequaat te beantwoorden. Maar toch moet je anno nu iets vinden over ‘het klimaat’. Mijn scepsis werd en wordt niet zozeer gevoed door diepe wetenschappelijk inzichten en feilloze beheersing van de diverse relevante gegevens en modellen. Nee, wat mijn nekharen doet rijzen (is dat Anglo-Nederlands?), is het dogmatische, bijna religieuze karakter dat de strijd tegen klimaatverandering in de loop der jaren heeft gekregen. En als ik zeg ‘religieus’, dan bedoel ik vooral de strenge, übervrome, van braafheid blozende, humor- en relativeringsloze protestantse variant van het christendom met zijn sterke nadruk op zonde en zondigheid en straf: wij mensen zijn fundamenteel schuldig aan grootscheepse verkrachting van de planeet en daarom wacht ons op afzienbare termijn een serie apocalyptische catastrofes, tenzij we per direct een radicaal einde maken aan onze decadente en verkwistende manier van leven. Met andere woorden: tenzij we collectief boete doen! Een akelige combinatie van de zelfhaat die men tegenwoordig ook aantreft bij postmoderne activisten (de zogenaamde Social Justice Warriors), en een doel-heiligt-alle-middelen-benadering, die onder andere doet denken aan het communisme à la Lenin, Stalin en Mao. Niet mijn kopje thee!   

Trouwens, ik weet wel dat er héél veel wetenschappers nadenken over deze problematiek, en dat 97% echt niet mis is, en ook dat het internet hier en daar weinig wetenschappelijk is, maar als u eens een paar moderne Copernicussen (Copernici?) en Galilei’s in actie wilt zien, raad ik u aan naast Bjørn Lomborg de volgende namen te googelen: Judith Curry, Patrick Moore (een van de oprichters van Greenpeace), Freeman Dyson, Ivar Giaever (Nobelprijs natuurkunde 1973) en Piers Corbyn (Brits meteoroloog en toevallig ook ‘broer van’).

H.A., 30/1/2018

PS: lees ook het provocatief getitelde The Moral Case for Fossil Fuels van Alex Epstein, 2014 (ISBN 1591847443)

Sorry voor het gedoe met de kleuren. Ik begrijp het ook niet ...








Geen opmerkingen: