zondag

Denkpolitie

We leven in overgevoelige tijden.

De curator van de Manchester Art Gallery keek nog eens goed naar Hylas and the Nymphs, een doek dat daar al meer dan 120 jaar hing. Vervolgens besloot zij - naar eigen zeggen geïnspireerd door #MeToo en Oprah Winfrey’s Golden Globe speech - dat het tijd werd eindelijk eens stil te staan bij het vrouwvijandige karakter van dit werk van John William Waterhouse (1849-1917). Met dat oogmerk liet zij niet alleen het schilderij van deze prerafaëlitische viespeuk verwijderen maar ook alle prentbriefkaarten ervan die in de museumwinkel werden verkocht.  
     


In Nederland zitten sommigen intussen in hun maag met Maurits van Nassau (zeventiende-eeuws gouverneur-generaal van Nederlands Brazilië en naamgever van het Mauritshuis – nog wel), Witte de With (één van onze ‘zeehelden’ uit dezelfde tijd, die zich onder meer verdienstelijk maakte in de Eerste Engelse Zeeoorlog en daarom waarschijnlijk zelf ook moeite zou hebben met een maffe naam als ‘Het Witte de With Center for Contemporary Art’), Jan Pieterszoon Coen, Zwarte Piet en Yernaz Ramautarsing.




Het is natuurlijk lastig om te accepteren dat vrijwel overal waar ‘iets groots werd verricht’, ook heel veel ellende werd aangericht. Het is met ‘De Geschiedenis’ al net als met ‘De Natuur’: grillig en wreed! J.P. Coen had zo veel bloed aan zijn handen dat er zelfs in zijn eigen tijd wel eens een wenkbrauw werd opgetrokken. Maar als je telkens wanneer je anno 2018 door zijn tunnel rijdt, wordt overmand door de doodskreet van vijftienduizend Bandanezen, dan heb je toch vooral een psychisch probleem!

Afro-Amerikanen kijken niet graag naar standbeelden van Zuidelijke generaals; op zich niet onbegrijpelijk, maar wat gaat er in de Verenigde Staten (én elders in ‘de Amerika’s’) gebeuren als ook de afstammelingen van de oorspronkelijke bevolking massaal worden aangeraakt door deze nieuwe mode waarin minderheden de dominante geschiedopvatting assertief, soms zelfs agressief deconstrueren? Dan kunnen ze daar álles wel afbreken - en dan ook maar met zijn allen terug naar Europa en Afrika?

En nu we het toch over de Verenigde Staten hebben: het is niet moeilijk te begrijpen dat je, als Blackface en Jim Crow en de Minstrel Shows je enige referentiepunten zijn, tamelijk geshockeerd bent als je in Nederland zwart geschminkte blanken - sorry: witten - vrolijk ziet rondhuppelen op een jaarlijks terugkerend kinderevenement. Maar het grote verschil is natuurlijk dat er in de bloeiperiode van de (eigenlijk vrij jonge) sinterklaastraditie in Nederland nagenoeg alléén maar ‘witten’ verbleven. Die waren volgens de huidige normen ongetwijfeld allemaal racisten (wat ze dan met het overgrote deel van de toenmalige wereldbevolking gemeen hadden), maar het schrijnende aspect van ridiculisering van en minachting voor je gekleurde, meestal minder fortuinlijke medeburgers, die je iedere dag tegenkwam, ontbreekt in onze geschiedenis geheel. Dat is overigens geen verdienste hoor, maar puur historisch toeval. (Ik beperk me hier bewust tot de geschiedenis van ‘het moederland’. Het zou interessant zijn te onderzoeken hoe het feest in de overzeese rijksdelen werd gevierd en wat voor emoties daar al dan niet bij loskwamen.)

Dat Amerikanen zich diep schamen voor het virulente racisme dat in hun land ook lang na de Burgeroorlog nog zo welig heeft getierd, is één ding. Dat zij zonder enige kennis van zaken hun benauwde en schuldbewuste mensbeeld projecteren op een klein Europees land dat de meesten niet eens op de kaart kunnen aanwijzen, is eigenlijk van een treurig provincialisme. Tunnelvisie!



Maar goed, anno 2018 zijn er wél Nederlanders met een andere huidskleur en dat maakt de discussie over Zwarte Piet en het al dan niet vermeende racistische karakter van deze traditie legitiem. Mijn landgenoten kennende vermoed ik dat er op termijn wel een typisch Polderlands compromis zal worden gevonden waar iedereen mee kan leven, maar voor het geval dat niet lukt (democratie!?!) - of langer duurt dan sommigen hopen - zou ik er toch op willen wijzen dat deze sinterklaassoep vooral niet zo heet moet worden gegeten als men aan de andere kant van de oceaan meent te moeten voorschrijven. Intussen heb ik er persoonlijk moeite mee dat mijn ouders en grootouders, die mij destijds immers inwijdden in het Sint-en-Piet-gebeuren, worden weggezet als abjecte racisten. Zelf heb ik makkelijk praten: geen kinderen en dus ook geen kleinkinderen …


Eén van de ‘nieuwe Nederlanders’ met een andere huidskleur heet Yernaz Ramautarsing, een jonge politicoloog van Surinaamse afkomst (kritisch t.a.v. de Zwarte-Piet-traditie trouwens, maar dat terzijde). Hij zei anderhalf jaar geleden in een interview onder meer het volgende: “Door IQ-testen weten we het gemiddelde IQ van bevolkingen. En wat blijkt? Er is een verschil in IQ tussen volkeren. Dat is wetenschappelijk bewezen (…) Dit doet mij geen plezier, eerder pijn. Ik had ook graag gezien dat het anders was, dat zwarte mensen hyperintelligent waren, dat Surinamers het hoogste gemiddelde IQ van de wereld hadden. Maar het is niet zo (…) Aziaten doen het (in Amerika) beter dan blanken. Toch heeft niemand het over Asian privilege. (…) Er zijn twee dingen die aantoonbaar invloed hebben op het IQ van een kind: borstvoeding en hem niet slaan.”

















Je kunt van alles vinden van deze uitspraken. Misschien had Ramautarsing moeten benadrukken dat een begrip als ‘het gemiddelde IQ’ niets - maar dan ook helemaal niets - zegt over het IQ van ieder individu afzonderlijk. Anders zouden individuele IQ-tests ook niet gebruikt worden door bedrijven en andere organisaties. Als je constateert dat mensen met een Aziatische achtergrond het op school gemiddeld veel beter doen dan leerlingen met een Europese achtergrond, dan betekent dat immers niet dat er geen oerdomme Aziaten bestaan, of hyperintelligente Europeanen! Verder zijn er ook wetenschappers die kritisch zijn over het fenomeen IQ-test als zodanig. Dat had hij ook best even kunnen noemen. En als hij had geweten dat hij hoog op de kieslijst zou komen te staan voor de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen van 2018, zou Yernaz Ramautarsing zijn wetenschappelijke inzichten misschien wel helemaal voor zich hebben gehouden. Maar misschien ook niet - hij lijkt me niet bangig van aard …

Vlak voor de verkiezingen heft een van onze kersverse ministers nu haar belerende vinger (ik zeg bewust niet ‘vingertje’ – ik kijk wel uit!) richting één van haar nieuwe electorale concurrenten: het Forum voor Democratie had al lang officieel afstand moeten nemen van het verwerpelijke racisme van Yernaz Ramautarsing! Door dit niet te doen laten Thierry Baudet en zijn Forum zien nog verder te gaan dan Wilders en plaatsen zij zich zo mogelijk nog verder buiten het beschaafde politieke discours.

Dat Baudet na deze stevige waarschuwing van de zijde van de Progressieve Denkpolitie niets beters wist te bedenken dan een gang naar het reguliere politiebureau, viel me een beetje tegen van hem. Maar het zij hem vergeven: de vorige keer dat een opkomend politicus openlijk voor racist werd uitgemaakt, staat ons nog pijnlijk scherp voor de geest.


Geen opmerkingen: