zondag

STOP


Politieke vroomheid, ook wel bekend als virtue signalling:  het is de gesel van onze tijd.
Wat stoort mij het meest in de zelfbenoemde Gutmensch? Zijn naïeve en überoptimistische mensbeeld? Het schijnheilige toontje? De afwezigheid van elke radar voor de tragiek en de tegenstrijdigheden van het menselijk bestaan? Of toch zijn - of haar - misselijkmakende zelfbewieroking?

Minister van Buitenlandse Zaken Blok heeft een paar controversiële uitspraken gedaan en Thierry Baudet heeft de titel van een boek ‘geretwitterd’. Oud-redacteur Ben van der Velden brengt het één in verband met het ander, en meteen ook maar met “de hutspot van nationalisme, xenofobie, eigen volk eerst en racisme die helaas op het ogenblik overal in Europa succes heeft” (Stef Blok in het voetspoor van de westerse samoerai, NRC Handelsblad 28 juli 2018).  

Het boek in kwestie, Histoire et tradition des Européens, heb ik niet gelezen en van Dominique Venner had ik nog nooit gehoord. Van der Velden maakt in zijn artikel aannemelijk dat de auteur een rechtsradicaal was met tamelijk dubieuze opvattingen en bondgenoten. Hij doet dit onder andere door te vertellen over zijn bezoek aan Venner, tien jaar voor Thierry Baudet geboren werd: “In zijn Parijse kantoortje begreep ik dat deze Fransman bezeten was van een mythische Europese cultuur die in de oertijd was geworteld en van alle kanten bedreigd werd, door immigratie, homohuwelijk, islam en nog veel meer.” Altijd sterk natuurlijk als je je inzichten kracht kunt bijzetten door te verwijzen naar persoonlijke ervaringen, maar moeten wij nu geloven dat deze Venner in 1972 al wakker lag over het homohuwelijk? Niet alleen Thierry Baudet bestond nog niet, maar het woord ‘homohuwelijk’ ook niet!

Maar goed, dat zij Van der Velden vergeven; hij heeft, zoals hij het zelf noemt, in zijn “achteruitkijkspiegel” gekeken en zo’n spiegel kan mettertijd beslaan. Ik weet er alles van … Ernstiger zijn ’s mans straffe conclusies: “Stef Blok sluit met zijn mening dat genetisch bepaald is dat we ‘niet goed in staat zijn om een binding aan te gaan met onbekende mensen’ in ieder geval naadloos aan bij” bovenbedoelde extreemrechtse ‘hutspot’ en heeft in zijn gewraakte presentatie “laten weten dat hij tot het dubieuze gezelschap behoort dat de liberale samenleving om zeep hoopt te brengen.”

Hier maakt de oud-redacteur het bont! Oké, Baudet en andere vertegenwoordigers van Forum voor Democratie zeggen en doen soms rare dingen (uit eten met een white advocate bijvoorbeeld, die de VS het liefst opgedeeld zou zien in een soort etnische 'thuislanden'). En Blok heeft zich weinig genuanceerd en vooral ongelooflijk ondiplomatiek uitgedrukt (zie mijn ‘Blok-blog’). Dat is allemaal waar. Maar zou het geen goed idee zijn om je  niet blind te staren op de verschrikkelijke jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw maar  - als je toch de achteruitkijkspiegel gebruikt - ook eens te kijken naar de afgelopen decennia? Wijzen op de inderdaad niet denkbeeldige gevaren van een nieuw rechtsextremisme is één ding, maar misschien is het ook de moeite waard je af te vragen waar de ingrediënten van die populaire hutspot van tegenwoordig eigenlijk vandaan komen, wat de oorzaken ervan zijn.

Dat Baudet “gefascineerd is door een Europese blanke oertijd” betwijfel ik, maar hij stelt inderdaad “dat een nationale cultuur (…) verzwakt wordt door golven van massa-immigratie”. Denkt Ben van der Velden misschien dat dit niet zo is? Nee, waarschijnlijk vindt hij het geen probleem (integendeel?) En dat mag hij vinden natuurlijk. Het wordt pas pijnlijk als iedereen het moet vinden.

Hij haalt Baudets held Alexis de Tocqueville aan, die stelde dat “een meerderheid in een democratie niet per definitie de juiste beslissingen neemt”. Dat mag zo zijn, maar de vraag is: wie bepaalt dan wél wat de juiste beslissingen zijn? En nog belangrijker: wie bepaalt waarover we wel en waarover we niet mogen denken, praten en stemmen? Hoe democratisch was het dat Nederlanders die bedenkingen hadden bij omvang en tempo van de immigratie en bij de haalbaarheid en wenselijkheid van de multiculturele samenleving, tot de opkomst van Fortuyn geen politieke vertegenwoordiging hadden? Ik laat de droeve figuur Janmaat buiten beschouwing: zelfs een neutrale benadering van dat fenomeen stond destijds garant voor maatschappelijke uitsluiting, wat in de ‘tijdperken’ Fortuyn en Wilders overigens slechts ten dele en langzaam (héél, héél langzaam) veranderde.

Vier dagen eerder stond in de Volkskrant een dringende oproep aan Nederlandse politici om te stoppen met “het voeden van xenofobie en racisme”, eveneens naar aanleiding van de uitspraken van Stef Blok. De oproep was ondertekend door zeventig prominenten, onder wie Geert Mak en Sylvana Simons (maar niet Ben van der Velden). Hun kritiek betrof niet alleen Blok; er werd ook verwezen naar andere “uitspraken die bewindslieden en volksvertegenwoordigers van regeringspartijen de afgelopen jaren deden over onze samenleving” en er zou sprake zijn van “een nieuw dieptepunt” en van “racisten en extreemrechtse radicalen” in ons land, die een hetze voeren “tegen iedereen die anders is”. Nog een citaat: “Eigenlijk - zo zegt onze minister van Buitenlandse Zaken nu - is elke migrant een bedreiging voor de sociale vrede.”

Sorry hoor, weer een faliekant misgeslagen plank, weer volledig en onnodig over the top! Dit soort alarmisme kan toch geen ongelukje meer zijn? Dit is toch gewoon bewust polariseren om het polariseren? En daarna als het even kan … demoniseren! Volgende stations: Anne Frank, Auschwitz.

Volgens mij is wat Blok - zij het klungelig - heeft gezegd iets wezenlijk anders. Niet dat elke individuele migrant een bedreiging zou zijn - ik daag de ondertekenaars uit mij te vertellen waar Blok, de VVD en andere regeringspartijen, en zelfs Wilders of Baudet, dat ooit ergens hebben gezegd. Nee, de discussie gaat erover - of zou erover moeten gaan - hoeveel immigranten je binnen een gegeven periode (een jaar, vijf jaar, een decennium) in een klein en dichtbevolkt land wil toelaten (wie wel, wie niet?), wat je van nieuwkomers mag verwachten, en wat er met en in een samenleving gebeurt als er gedurende enkele decennia grote aantallen mensen met radicaal andere culturele en religieuze tradities bijkomen - en ik zou hieraan willen toevoegen: als je een halve eeuw lang van het spreken over dat onderwerp een taboe maakt!

(Trouwens, het probleem speelt niet alleen in een klein en dichtbevolkt land, maar bijvoorbeeld ook in een veel groter, dunbevolkt land als Zweden. Let wel: het gaat bij dit alles niet om ‘overall’ percentages van nieuwkomers versus autochtonen - 5% in Zweden, 13% in Nederland - maar om de percentages in bepaalde steden en wijken: in Zweden hier en daar meer dan 60%, in onze drie grootste steden ook al ca. 50%)  
  
Xenofobie is inderdaad vreemdelingenhaat gaan betekenen maar het betekende oorspronkelijk natuurlijk angst, een irrationele/obsessieve angst voor vreemdelingen, zoals arachnofobie een ziekelijke angst voor spinnen is en claustrofobie angst voor kleine afgesloten ruimtes. De alarmisten voelen dat kennelijk ook wel aan want later in hun oproep heet het: “stop met inspelen op alsmaar groeiende xenofobische en racistische angsten in onze samenleving”. Angst is natuurlijk ook geen nobele emotie maar toch iets anders dan haat. Maar nee hoor, er zit een plan achter: “Dit soort uitspraken (als die van Blok – H.A.) graaft, creëert en verstevigt een maatschappelijke kloof.” Welnu, dat zou je net zo goed kunnen zeggen van dit soort alarmistische oproepen! Heeft men weleens goed om zich heen gekeken in de grote steden van ons land, of in landen als Frankrijk, België, Duitsland, of inderdaad Zweden? Die maatschappelijk kloof ís er. Helaas. Wie hem heeft gegraven en uitgediept, ook daarover zou je kunnen discussiëren. Het antwoord luidt niet Stef Blok. En - wat je verder ook van de heren mag vinden - evenmin Bolkestein, Fortuyn, Wilders of Baudet. Die waren en zijn tot op zekere hoogte symptomen van het probleem, en tevens waarnemers ervan (Paul Scheffer hoort, als waarnemer, eigenlijk ook thuis in het rijtje).   

Het misverstand is op zich begrijpelijk. Mak en Simons c.s. zeggen in feite: stop met het benoemen van de problemen, want dat bevordert haat, tweedeling, racisme etc. en daar komt vroeg of laat geweld van. Maar het tegenovergestelde is waar: als die gruwelijkheden zich inderdaad ooit echt aandienen, dan is het omdat zulk benoemen decennialang taboe of op zijn minst verdacht was.

De feiten: serieuze (arbeids)migratie begon in Nederland in de tweede helft van de jaren zestig; sindsdien zijn er miljoenen mensen van buitenaf bijgekomen. In al die jaren heeft zich één keer een serieuze botsing voorgedaan tussen autochtonen en nieuwkomers (de zogenaamde Turkenrellen in de Rotterdamse Afrikaanderwijk in 1972). Hoe triest de moord op Kerwin Duinmeijer en het stupide gedrag van zogenaamde Lonsdale-jongeren ook waren, je kan toch niet met droge ogen beweren dat racisme en vreemdelingenhaat in naoorlogs Nederland een vruchtbare kiemgrond hebben gevonden?

Stop zelf! 
Stop met paniek zaaien: iedereen weet hoe het afliep met de jongen die steeds ‘wolf’ riep … 



H.A., 12 augustus 2018



Geen opmerkingen: