Thuis
De laatste tonen van mijn feestboek-loftrompetje
voor Naema Tahir waren nog niet weggestorven, of ik had al een reactie binnen.
Het was een kritische en hij kwam van niemand minder dan mijn geleerde
oud-klasgenoot Cees van Leeuwen (hoogleraar
aan de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen te Leuven):
Hoezeer ik ook sympathiseer met de
ideeën van mevrouw Tahir, haar argumenten zijn niet bijzonder goed, vind ik.
Het is wel degelijk mogelijk in twee talen volledig thuis te raken, zo leert
het taalontwikkelingsonderzoek. Bovendien is taalvaardigheid in het Engels voor
de wetenschappen essentieel. Daarom is het onvermijdelijk dat een universitaire
opleiding aan Nederlandstaligen zorgdraagt voor goede beheersing ervan.
Tenslotte is het niet verstandig om het onderwijs volledig te splitsen in
Nederlandstalige en een internationale stromen, zoals de Honours-colleges. Dan zullen deze laatste immers een bastion van de
elite worden. Zorg ervoor, dat buitenlandse studenten (ook) Nederlands leren en
de mogelijkheid geboden krijgen, hier te assimileren.
Nu is en wordt er nogal wat
taalverwervings- en taalontwikkelingsonderzoek gedaan en ik ben in deze materie
natuurlijk minder goed ingevoerd dan Cees, maar het lijkt me dat veel - zo niet
alles - afhangt van wat men verstaat onder kwalificaties als “volledig thuis” en “goede beheersing”. Aan de eerste wil ik mijn vingers niet branden.
Ik hoor en lees genoeg Nederlanders (ook in ‘academische kring’) die zich
klaarblijkelijk volledig thuis voelen in hun moerstaal maar mij bijkans tot
emigratie drijven! En wat die “goede beheersing” betreft: daarmee wordt hopelijk
niet het Euro-Engels bedoeld dat ik dagelijks mag beluisteren in de
wandelgangen van de ‘Leiden University’
(Univercity las ik laatst ergens) en
soms ook in mijn klaslokaal (maar daar maak ik er altijd snel korte metten
mee!) U weet wel, Euro-Engels is het pidgin
dat lange tijd vooral werd gesproken door Nederlanders, Vlamingen en Scandinaviërs,
maar ook jonge Duitsers, Fransen, Zuid- en Oost-Europeanen kunnen er
tegenwoordig mee uit de voeten.
Ik heb de column er nog even bij gepakt
om te zien wat Tahir hierover zei: “Twee
talen goed, laat staan perfect spreken, is (…) maar voor weinigen weggelegd”.
Ja, ook het begrip ‘weinigen’ is natuurlijk rekbaar, maar de kern van haar
betoog is dat Nederlands nu eenmaal de belangrijkste taal is in dit land, en
dat niemand erbij gebaat is als onze hoger opgeleiden straks in twee talen “communicatively challenged” zijn. Ik blijf stug op mijn trompetje blazen hoor.
Dat de wetenschappen niet zonder een
mondiale lingua franca kunnen, staat buiten kijf, en dat het in onze jaren het
Engels is dat die rol speelt, evenzo. Maar als dat ertoe leidt dat je alleen nog
in het Engels kunt promoveren op Beets’ Camera Obscura, zijn we toch ver van
het padje. Met name in de geesteswetenschappen lijkt het me voldoende als
studenten een goede leesvaardigheid
ontwikkelen in twee of drie relevante talen. (Er bestaan nog andere talen dan
Engels, Engels en Engels!) Dat is absoluut haalbaar en werd trouwens ook al van
ons verlangd toen ik zelf nog studeerde, kort na de val van Constantinopel.
De zogenaamde honours-colleges zijn bezig
aan een onstuitbare opmars, wat alles
te maken heeft met het almaar dalende instroomniveau in zowel het HBO als het
reguliere WO. En dat hangt weer samen met het mede door de EU aangeblazen waanidee
dat het voor het Bruto Nationaal Geluk heel heilzaam is als straks de halve
bevolking een of ander academisch of quasi-academisch papiertje bezit. Als je
elitevorming onwenselijk verklaart en op de oude manier onmogelijk maakt, dan ontstaat
er altijd een nieuwe elite op een nieuwe manier. Ja, een bastion zo je wil. Maar
van het Engels dat binnen dat bastion wordt gehanteerd, hebben Naema en Cees beiden
een veel te hoge pet op, weet ik toevallig uit zeer betrouwbare bron.
De gedachte, ten slotte, dat substantiële
aantallen buitenlandse studenten in Nederland zouden kunnen worden overgehaald
om Nederlands te leren, is mij vanzelfsprekend sympathiek. Maar zij is helaas
ook naïef. Het overgrote deel vertrekt na enige jaren weer en de meesten gaan
dan niet naar Vlaanderen, Suriname of de ABC-eilanden. Zelfs degenen die toch besluiten
zich in te schrijven voor een cursus Nederlands, zijn bij aanvang dikwijls de
mening toegedaan dat onze taal een geinige regionale variant moet zijn van het Engels
(of, vooruit: het Duits). Altijd weer
een schok voor zowel lesgever als –nemer!
Naema Tahir haalt Heidegger aan, die
taal onder meer zag als een huis, en de moedertaal zelfs als ‘thuis’. Wij in
het postmoderne westen zijn als de dood voor dat soort vergelijkingen (hoewel, onze
boreale Baudet zou er wel raad mee weten). Maar Tahir lijdt gelukkig niet
aan oikoglossofobie; zij is, gezien haar afkomst en achtergrond, onverdacht en
bij uitstek tot oordelen bevoegd.
Toet, toet, retteketet !!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten